Hoofdstuk 4. Niemanden die normeren (voorpublicatie)

De rolluiken zijn gezakt. De zon glipt achter de huizen. Etenstijd voor mensen met siervazen. Burgers die hun gedachten niet hoeven te sturen. Zielen die reeds ruimte ingenomen hebben. Ik dool door hun straten. De geluiden zijn nat. Banden rollen over vochtig wegdek. Ik wacht op een tram. Boeit niet welke. Ik wil gestuurd worden. … Meer lezen over Hoofdstuk 4. Niemanden die normeren (voorpublicatie)